Boekje
Geplaatst op: maart 28, 2025
Al sinds ik mij kan herinneren zegt mijn vader, als we hem een vraag stellen en hij daarop het antwoord weet: “Ik heb er wel een boekje van”. Het is een soort ‘running gag’ geworden. Telkens als mijn vader iets vertelt zeggen we bijna automatisch: “Je hebt er zeker wel een boekje van?”. Hoewel die vraag uiteraard altijd retorisch van aard is kan mijn vader het nooit nalaten daar “Ja hoor!” op te antwoorden. Hij heeft niet alleen boekjes geschreven door anderen over allerlei onderwerpen; hij schrijft ook zelf boekjes. Van die blanco boekjes met harde kaft, zoals je die koopt bij de ‘witte boekhandel’, pent hij vol met dagelijkse beslommeringen, gedichten, filosofische overwegingen en persoonlijke gedachten. Met tekeningen en geschreven in zijn mooie schoolmeester handschrift. Op mijn laatste verjaardag ontving ik er één, speciaal voor mij. Ik hield het niet droog.
Schrijven en lezen waren vroeger nooit mijn sterkste vakken. Ik las eigenlijk nooit en mijn schrijfschriften van de lagere school lijken op de word-documenten van nu; met heel veel rode lijntjes onder de dicteewoorden. Met lezen ben ik pas begonnen toen mijn ouders mij kennis lieten maken met de boekjes van Hotze de Roos; “De schippers van de Kameleon”. Deze boekjes werden door mij verslonden en op mijn slaapkamer stond binnen no time een forse rij Kameleons. Voor mijn VWO-eindexamen moest ik in meerdere talen, want ik had een zogenaamd pretpakket, boeken lezen. Ik begon toen al een beetje mijn interesse voor het lezen van boeken te verliezen. Tijdens mijn rechtenstudie waar ik echt heel veel teksten tot mij moest nemen verdween de behoefte aan andere boeken helemaal en voor zover ik me kan herinneren was het schrijven van mijn eindscriptie ook niet echt een prettige ervaring.
Echt plezier in schrijven en lezen kwam eigenlijk gelijk met mijn ontwikkeling als advocaat. In mijn werk moet je nou eenmaal veel lezen en veel schrijven. Bij het opstellen van een pleidooi, een goed gemotiveerd verweer en/of een sterke brief is het hebben van een beetje taalgevoel een handige eigenschap. Het is prettig om de juiste toon te kunnen aanslaan, de juiste woorden te kunnen gebruiken en om zinnen te kunnen maken die leesbaar en begrijpelijk zijn. Toch blijft zakelijk schrijven beperkt tot de doelmatige inhoud. Het heeft geen zin en het geeft al helemaal geen pas in een pleidooi grapjes te maken of persoonlijke anekdotes te verweven in de juridische onderbouwing van het standpunt van mijn klant. Daarom ben ik ook blij dat ik in de Vrijmiblo, in het leven geroepen om mensen naar mijn website te lokken, al die dingen wel kan doen.
Vrijmiblo’s gaan over mijn persoonlijke ervaringen als advocaat, vader, echtgenoot en mens. Ik probeer grappig te zijn, haal persoonlijke herinneringen op, schrijf over mijn familie, gezin en persoonlijke beslommeringen in combinatie met mijn ervaringen als advocaat. Ondertussen is dit alweer de tachtigste(!) Vrijmiblo.
Volgens mij had Herman Finkers ooit een cd uitgebracht met de titel in de trend “Mijn minst beroerde liedjes”. Met die gedachte in mijn achterhoofd heb ik besloten van de tachtig Vrijmiblo’s er veertig te bundelen tot een boekje. Wederom (lees Worteltjestaart, mijn eerste Vrijmiblo) vrij naar Herman Finkers; mijn veertig minst beroerde Vrijmiblo’s. Het bundeltje ligt -als deze tachtigste wordt gepubliceerd- bij de drukker. Het wordt een soort van relatiegeschenk en komt in de plaats van de Puntzak met advocaatsnoepjes die ik eerder aan relaties gaf.
Ik heb mijn vader gevraagd het voorwoord voor dat boekje te schrijven en dat heeft hij (met verve) gedaan. Mijn vader heeft altijd en overal wel ergens een boekje van. Straks heeft hij er één met zijn eigen voorwoord erin!
Trotse sponsor?
Geplaatst op: maart 14, 2025
Regelmatig zie ik op allerlei gremia de term “trotse sponsor” voorbij komen. “Bedrijf X is de trotse sponsor van badmintonclub Y”, lees ik dan in bijvoorbeeld in ons ‘huis-aan-huisblaadje’. Onder de kop staat meestal een foto van een oprecht trots kijkende sponsor naast een wat ongemakkelijk ogende badmintonner gehuld in zijn sponsortenue. Vaak denk ik dan: “Waarom is die sponsor eigenlijk trots om sponsor te zijn?”.
Een sponsor is volgens de Dikke van Dale, “persoon of instelling die ten bate van iemand of iets geld beschikbaar stelt”. Een soort filantroop dus, die ten bate van een vereniging geld beschikbaar gesteld, geheel onbaatzuchtig. Maar als je in datzelfde dikke boek “sponsoren” opzoekt lees je als betekenis: “geld beschikbaar stellen voor een sport, een onderzoek enz., veelal met reclamedoeleinden.”
Dat laatste zinnetje intrigeert. Reclamedoeleinden? Dus toch niet zo onbaatzuchtig maar dus ten bate van de sponsor zelf. Is een sponsor dan niet eerder een adverteerder? Iemand die een sportclub gebruikt om zijn reclame uitingen te uiten? En als dat zo is; waarom is de sponsor daar dan “trots” op? Het zou toch de sportclub moeten zijn die trots is op degene die haar geld geeft en gebruikt als reclame-uiting? De sponsor wil immers geassocieerd worden met die sportclub. Hij of zij denk dat de verkopen stijgen door te adverteren middels die vereniging. Of is de sponsor trots op de club die hij sponsort zoals de ouders van een kind dat zijn diploma haalt? Dat kan ik mij van een sponsor niet voorstellen.
“Badmintonclub Y is de troste gesponsorde van bedrijf X”, zou de kop in het huis-aan-huisblaadje moeten luiden naar mijn idee. De badmintonclub is immers blij met de sponsor die geld steekt in de vereniging dus zal zij moeten zeggen dat zij trots is dat zij gesponsord wordt, toch?
Los van deze haarkloverij. Ook ik ben sponsor van enkele sportclubs. Alhoewel; sommige clubs sponsor ik en bij sommige ben ik adverteerder. FC Emmen sponsor ik. Ik heb twee stoeltjes en verder geen enkele uiting van de naam van het kantoor. Op de site van FC Emmen word ik met een linkje naar de site genoemd als sponsor. Ben ik een trotse sponsor? Ik weet het niet. Ik heb niet het idee dat ik een hele prestatie heb moeten leveren om die stoeltjes te bemachtigen. Ik heb niet het idee dat ik uitverkoren ben en/of dat ik me eerst heb moeten bewijzen (fysiek dan wel intellectueel) en de sponsoring een soort overwinning is. Als ik voor de wedstrijd in de rij sta om binnen te komen heb ik ook niet het idee dat FC Emmen zich een trotse gesponsorde van Punt Advocatuur voelt. Anderzijds doen zij bij de FC wel erg hun best (buiten het veld welteverstaan) om je een goed gevoel te geven als sponsor. Ze zijn wel blij met mij (en heel veel anderen) als sponsor en laten dat merken.
De sportclubs van Lies en Kees sponsor ik ook. De studentenbasketbalclub van Kees, Groene Uilen Moestasj, sponsor ik door een bijdrage te betalen aan de GoPro waarmee ze hun wedstrijden live streamen. Bij Lies haar studentenvolleybalclub, Donitas, adverteer ik omdat haar team de naam Punt Letselschade draagt op de inspeelshirts. De kans dat studenten een letselschadeadvocaat nodig hebben leek me groter dan een ondernemersadvocaat, maar dat terzijde.
Als ik de wedstrijden van Lies en Kees bezoek ben ik overigens best wel trots. Omdat ik sponsor ben? Nee, omdat ik dan een trotse vader ben.
Nepadvocaat
Geplaatst op: februari 28, 2025
In de tijd dat politici iedereen voor de gek houden, leugens worden verheven tot kunst en waar onwelgevallig nieuws vaak wordt weggezet als “fake’, nep dus, vond ik het niet vreemd dat mijn oog viel op de term “nepadvocaat”.
De eerlijkheid gebied te zeggen dat ik in eerste instantie dacht dat de leider van onze grootste partij zich weer eens negatief had uitgelaten over een collega van mij die een deze regering onwelgevallig rechterlijk vonnis had uitgelokt. Van nepparlement naar nepadvocaat is immers maar een kleine stap. Maar tot mijn verbazing las ik de term in de nieuwbrief van mijn eigen Orde van advocaten. Die nieuwsbrief valt om de zoveel tijd in mijn mailbox en bevat vaak informatie die het ene oog in en het andere weer uitgaat. Waarom dit bericht bleef hangen weet ik niet. Waarschijnlijk om het kopje boven het artikeltje: “Nep-advocaat gespot?” Het is dus een echt bestaand woord, dacht ik, gebezigd door echt serieuze mensen. Ik kon er niet meer om heen om het artikel ook echt te lezen.
Het artikel en daarmee onze orde van advocaten riep de lezer op om bij het ‘spotten’ van iemand die zich advocaat noemt en en/of zich voordoet als advocaat en dat niet is, aan te geven bij de orde. Het zich voordoen als advocaat (een beschermd beroep en dito titel) is in strijd met de advocatenwet. Artikel 9 a van de Advocatenwet luidt: “Tot het voeren van de titel van advocaat is uitsluitend gerechtigd degene die als advocaat is ingeschreven op grond van artikel 1, eerste lid, of 2a, eerste lid.” Als een dergelijke ‘advocaat ’wordt gespot en daar wordt kond van gedaan aan onze Orde krijgt deze ‘nepadvocaat’ een boze brief van de Orde. Let wel; het is strafbaar je zelf de titel van advocaat toe te eigenen zonder daartoe gerechtigd te zijn. Artikel 435 lid 3 Wetboek van Strafrecht bepaalt dat en sanctioneert het valselijk gebruiken van de titel advocaat met een geldboete van de tweede categorie. (Voor je idee, dat is een boete van maximaal € 5150,-).
Advocaten en andere rechtshulpverleners maken uiteraard veel gebruik van Google-advertenties. Als je op Google het woord ‘letselschadeadvocaat’ intypt krijg je ongelofelijk veel hits. Meerdere van die hits zijn gesponsorde resultaten en bij meerdere van die resultaten wordt de term letselschadeadvocaat gebruikt door bedrijven die geen advocatenkantoren zijn. De vetgedrukte term ‘letselschadeadvocaat’ wordt in heel veel reclames van letselschadebureausgebruikt.
Die bureaus hebben geen advocaten in dienst. Ik vind daar wel wat van. Immers; personen die op ‘letselschadeadvocaat’ zoeken omdat ze nu eenmaal hulp zoeken van een advocaat, niet van een letselschadespecialist of -jurist, worden op deze wijze toch uitgenodigd om op de gesponsorde link te klikken van een niet-advocatenkantoor. Vaak in de veronderstelling dat degene die hun zaak gaat doen ook echt advocaat is. Daar maakten ze immers reclame voor. Ik denk niet dat gesteld kan worden dat degene die werkt voor dat letselschadebureau zich schuldig maakt aan overtreding van artikel 9a van de advocatenwet. Immers; als je doorklikt merk je dat de bureaus uitleggen dat voor het verhalen van letselschade je helemaal geen advocaat nodig hebt. ‘Je kunt het ook bij hen kwijt.’ (Vrij naar Bloem, “Even aan mijn moeder vragen”). Dat klopt ook, maar dat gaat het volgens mij niet om. Als je reclame maakt middels zogenaamde Google-ads waarin letselschadeadvocaat staat en je (kantoor) is geen advocatenkantoor is vind ik dat op zijn minst misleidend.
Maar moet ik als ik zoiets zie dat doorgeven aan de Orde van Advocaten? Ik weet het niet. Ten eerste houd ik niet van klikken, ten tweede ga ik liever uit van mijn eigen kracht.
Kantoorkosten
Geplaatst op: februari 14, 2025
Hoewel Parijs de stad van de liefde is reisden Judith en ik er recent naar toe voor een andere liefde; het rugby. Eerder schreef ik al over onze avonturen tijdens het WK Rugby vorige zomer waar we de All Blacks zagen winnen van Italië. Dit keer stond de eerste wedstrijd van de Six Nations 2025 op het programma. De Six Nations is als het ware de Europa Cup 1 voor Europese toplanden. Alleen de zes beste Europese landen mogen daaraan meedoen. Al jaren zijn dat Engeland, Ierland, Wales, Schotland, Italië en Frankrijk. De wedstrijd die wij bezochten was de wedstrijd Frankrijk- Wales.
Ik had kaarten besteld via een (naar ik vreesde) obscure website waarin kaartjes werden verhandeld tegen meermalen de oorspronkelijke prijs. Ik had heel lang geleden al geprobeerd via de officiële Franse kanalen aan kaarten te komen maar zoals altijd deden de Fransen heel hard hun best om alles wat niet Frans is geen toegang te laten krijgen tot de website. Alles was in de Franse taal en het aanmaken van een account (noodzakelijk voor het bestellen van kaarten, zo vertaalde ik) bleek echt onmogelijk. Om die reden was het stadion waarschijnlijk ook voor meer dan 90% gevuld met Franse fans. Het handjevol Walessupporters op de tribunes stak daar flets bij af. Met samengeknepen billen stonden we dan ook met onze uitgeprinte tickets voor de poortcontrole. Hoe vaak hoor je wel niet verhalen over valse kaartjes? Gelukkig bleken die van ons legitiem te zijn en na een geruststellende ‘pling’ openende zich de poortjes die toegang gaven tot onze zitplaatsen.
Over die tickets gesproken. Ik werd bij het bestellen weer eens verrast door de zogenaamde verborgen kosten. Ga maar na, de tickets kostten € 79,- per stuk. Toen ik uiteindelijk afrekende betaalde ik €187,-. Iedereen weet dat advocaten niet kunnen rekenen maar zelfs ik weet dat twee maal €79,- geen € 187,- is. Wat bleek? De website bracht ook een fee in rekening in de vorm van administratiekosten. Dat terwijl er volgens mij niets administratiefs gedaan werd door die site. Gewoon een verdienmodel dus.
Ook advocatenkantoren hanteren al jaren een soort verborgen verdienmodel in de vorm van kantoorkosten. Let maar eens op. Er zijn nog steeds kantoren die naast een uurtarief een percentage kantoorkosten in rekening brengen. Een percentage tussen de 5 en 8 % is geen uitzondering. Een uurtarief van € 250,- exclusief btw en 8 % kantoorkosten betekent in de praktijk € 250,- plus € 52,50 plus €20,-. Die €20,- is dan een vergoeding voor de kosten van postzegels, printers en overige kantoorbenodigdheden.
Kantoorkosten staan al jaren ter discussie. Al in 2017 kopte het blad Mr- online, “Advocaten schrappen kantoorkosten”. Dat artikel was een vervolg op een artikel uit 2013 waarin werd geconcludeerd dat kantoorkosten niet meer van deze (die?) tijd waren. Toch blijken veel kantoren deze ogenschijnlijk makkelijke bijvangst maar moeilijk te kunnen missen. Kantoorkosten worden nog steeds in rekening gebracht. Dat rechters deze toeslag op het uurtarief ook flauwekul vinden blijkt uit een recente uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam. In deze zaak maakt de kantonrechter er slecht een (bij)zin aan vuil: “ Voor het afzonderlijk rekenen van kantoorkosten naast dit uurtarief is echter geen ruimte.”.
Kort en goed; kantoorkosten zijn niet meer van deze tijd. Ik behoorde overigens tot de groep advocaten die dat meer dan tien jaar geleden al vonden en de kantoorkosten al lang heeft afgeschaft.
Ik hoor je denken: ‘Goed gedaan Han, heel transparant! Maar wie won eigenlijk de wedstrijd?’ Dat was Frankrijk, zij verpletterden Wales met 43-0. Het “Allez les Bleus” was uren later nog uit het stadion te horen terwijl wij al weer in ons Airbnb appartement terug waren waarvoor we uiteraard naast de huur ook een toeslag aan Airbnb betaalden.
Hey Ho Lets Go!
Geplaatst op: januari 24, 2025
Eind vorig jaar stuurde mijn vriend Jan – je weet wel, die van de vogels – mij een YouTube filmpje door. Het betrof een clip van een concert van “The Ramones Alive”. Een viertal punkliefhebbers die nummers van hun favoriete punkband, The Ramones, coverden. Als je enigszins bekend bent met die muziek weet je dat het een enorme bak herrie is. Enthousiast appte Jan dat deze band heel dicht bij het origineel kwam en op 17 januari 2025 optrad in Leeuwarden. Kaarten waren al besteld, vluchten had dus geen zin meer.
Ik weet wel waarom Jan direct al kaarten had besteld. We beleven beide mooie herinneringen aan het concert van The Ramones in de Oosterpoort in Groningen. Dat was in 1988. Jan en ik woonden (samen met de evenals uit Hoogezand afkomstige Arjan) op kamers in de Folkingestraat in Groningen. Jan had mij geïntroduceerd in de wereld van The Ramones. Jan was al tijden een groot fan, ik was een beetje fan (Arjan vond het afschuwelijk) en Jan attendeerde mij op het concert. In het voorprogramma stond het legendarische Groninger pretpunkgezelschap De Boegies. Die band was bekend van hun nummer over Jannes van der Wal, de dammer die regelmatig in hetzelfde café in de Folkingestraat kwam als wij.
Zo gebeurde het dat Jan en ik op de avond waarop de openingswedstrijd van het befaamde EK voetbal in 1988 werd gespeeld, vrijdag 10 juni 1988, samen naar de Oosterpoort togen. Het voorprogramma was een groot succes en terwijl het podium werd omgebouwd voor The Ramones konden Jan en ik een plaatsje bemachtigen vooraan tegen het podium aan. Stonden wij als het straks zou gaan beginnen toch maar even mooi helemaal vooraan. Concerten van The Ramones begonnen altijd met het hoofdthema van “The Good, the bad and the Ugly” van Ennio Morricone. En terwijl deze klassieker door de boxen schalde en het achter ons steeds drukker werd kregen Jan en ik het wel een beetje benauwd. Wat zou er gebeuren als het concert straks echt zou losbarsten? Het antwoord kwam snel daarna. Terwijl de eerste akkoorden van “Teenage Lobotomy” met meer decibellen dan goed voor ieder mens door de speakers explodeerden bevonden we ons onmiddellijk in een zogenaamde mosh pit. We wisten niet hoe snel we naar achter moesten kruipen om vervolgens het geheel van een veilig afstand aan te horen en zien. Onze eerste kennismaking met The Ramones was leerzaam en vooral onvergetelijk.
Je vraagt je – aangekomen op dit punt – wellicht af waanneer de link met mijn werk komt. Immers; altijd als ik een vrijmiblo schrijf gaat het over mijn werk en/of is er wel een link met mijn werk. Eigenlijk is die link er deze keer niet. Ik vind het gewoon een te mooi verhaal om niet op te schrijven. Iedere link met mijn werk zou daarom gekunsteld zijn. Ik had dan bijvoorbeeld moeten schrijven dat het concert afgelopen vrijdag in De Neushoorn was, op een steenworp van het gebouw van het Gerechtshof Leeuwarden en dan zou ik een vergelijk hebben moeten maken met de mosh pit. Of ik had moeten schrijven dat studeren niet alleen maar gaat om het leren van boeken en het maken van tentamens maar dat je ook heel andere nuttige dingen leert. Ik had wellicht een parallel kunnen trekken tussen het oplopen van letselschade tijdens punkconcerten in de daarbij behorende mosh pits en de jurisprudentie over sport en spel. Nogmaals; niet deze keer.
Ik deel liever met jullie dat het concert in De Neushoorn een leeftijdsconforme herinnering was aan lang vervlogen tijden. Geen mosh pit, veel grijzende en kalende vijftigers, een optreden dat bijna net zo goed was als het origineel en een bevestiging dat echte vriendschappen voor het leven zijn.
2025
Geplaatst op: januari 10, 2025
Allereerst wil ik iedereen (maar uiteraard met name de trouwe lezers van de Vrijmiblo’s) een heel goed en voorspoedig 2025 toewensen. “2025”, Als ik het hardop voor mezelf uitspreek klinkt het als een titel van een boek of een film. Net als “1984”, de in 1948 geschreven toekomstroman van George Orwell, heeft het jaartal 2025 meerdere schrijvers begeesterd en zijn er – getuige mijn korte zoektocht op Bol.com- meerdere boeken geschreven met de titel “2025”. Ik vond op moviemeter.nl zelfs een film met als titel “Lockdown 2025”. Maar die film stamt uit de Coronatijd en gaat over een dodelijk virus dat in 2025 in Amerika leidt tot een volledige lockdown, niet bijster creatief dus
Amerika speelde overigens wel een belangrijke rol tijdens mijn eerste overpeinzingen dit nieuwe jaar. Gezeten op de bank van “ons” appartement op Vlieland (we huren al jaren hetzelfde appartement) kwam ik nadat ik mijn nieuwjaarswensen had bekeken terecht op een nieuwssite met daarop een foto van een brandende Tesla voor het Trump-Hotel in Las Vegas. Die foto (door de cybertruck zou het een still uit een sciencefictionfilm uit de jaren tachtig kunnen zijn geweest) sprak me op een vreemde manier direct aan. Was deze foto een waarschuwing voor hoe 2025 eruit zou komen te zien? Was het gewoon toeval dat juist deze foto – waarop de twee machtigste mannen van de VS als het ware het symbool vormden voor een explosief toekomstscenario- mij intrigeerde? Ik moest direct denken aan één van mijn favoriete stripboeken, Asterix deel 13: De intrigant. Trump presenteert zich immers als een nieuwe Caesar en de rol van intrigant lijkt me op het lijf geschreven van Musk. Wat dat betreft lijkt het me best een spannend jaar te worden, 2025. Ik houd in ieder geval mijn hart vast.
Zo spannend zal het hopelijk niet worden in mijn praktijk. 2024 Was een mooi jaar voor het kantoor en ik spreek de hoop uit dat we in 2025 dat gevoel kunnen vasthouden. Er gaat ook niets veranderen dit jaar voor onze klanten. De tarieven blijven zoals ieder jaar hetzelfde. Daar waar ik meerdere prijswijzigingsmails heb ontvangen waarin leveranciers met het oog op de kosten- stijgende-omstandigheden de prijs voor hun product en/of dienst met een paar procent verhogen is dat voor ons nou juist de aanleiding dat niet te doen. Alles wordt immers alsmaar duurder en we willen als juridische dienstverlener juist laagdrempelig blijven. De leveranciers en dienstverleners die hun prijzen (moeten) verhogen zijn immers ook onze (toekomstige) klanten en als wij ook onze prijzen verhogen krijgt u volgend jaar van uw leveranciers en dienstverleners weer een mail met een prijsverhoging. Laat ik dan op deze manier een héél klein beetje bijdragen aan het dempen van de inflatie.
In 2025 is er qua wet- en regelgeving ook het een en ander veranderd. Voor mijn praktijk springen twee veranderingen in het oog. Ten eerste; er is sinds dit jaar een aantal artikelen toegevoegd aan het bewijsrecht. Het doel daarvan is “om de civiele rechtspraak beter te laten aansluiten bij het referentiekader van burgers”, aldus mr.onnline.nl. In de praktijk zal het interessant zijn om te zien hoe de rechter zijn/haar toebedeelde actievere rol gaat oppakken en of de opgeheven beperkingen op een partijgetuige echt het verschil zal kunnen maken. Over dat laatste; een partij die een getuigenverklaring onder ede aflegt had niet veel aan deze verklaring zonder aanvullend bewijs. Volgens het nieuwe bewijsrecht is die beperking opgeheven en zal de partij getuige als volwaardige getuige moeten worden beschouwd. Het tweede is de opheffing van het handhavingsmoratorium. In normaal Nederlands betekent dat dat het tijdelijk stopzetten van de handhaving door de belastingdienst op schijnconstructies (zzp’ers die niet zelfstandig zijn) weer wordt opgeheven en dat de belastingdienst vanaf 2025 actief gaat onderzoeken en handhaven. Dat kan voor sommige opdrachtgevers en zzp’ers best spannend zijn. Waterdichte oplossingen en/of contracten zijn er volgens mij niet. Alles draait om de feitelijke invulling van de relatie. Is de zelfstandige echt een ondernemer of een met een kubus op zijn rug fietsende/of taxi rijdende als zelfstandige verklede loonslaaf. Ook hier zal de toekomst moeten uitwijzen hoe heet de soep wordt gegeten.
Zelf denk ik dat ik “De Intrigant” maar weer eens ga lezen. Ik kan me niet voorstellen dat die aflevering niet eindigde met een feestelijk bacchanaal om aan te geven dat alles bij het oude bleef!
De grootste
Geplaatst op: december 20, 2024
Ik weet niet of het jullie ook is opgevallen de laatste tijd, maar sinds de dagen korter worden is er toch iets aparts aan de hand dit jaar. Daar waar je in de voorgaande jaren tuinen zag met wat armentierige kerstverlichting in de vorm van een kitscherig hertje, een slee of een kerstboompje staat volgens mij dit jaar heel Emmen en omstreken vol met stokbomen. Van die lichtgevende piramidevormige strengen met lampjes in de vorm van een kerstboom om een stok; de stokboom. Niet eerder was de stokboomdichtheid zo groot volgens mij. En niet alleen in Emmen is dat een nieuw verschijnsel, want als het TikTok Tammo ook al is opgevallen is het klaarblijkelijk een provinciegrensoverschrijdend fenomeen.
Bij ons in de buurt is het dit jaar ook raak. Meerdere buurtgenoten hebben inmiddels een stokboom staan. Wij ook, moet ik bekennen. Maar volgens mij is er nog iets gaande. De eigenaren van een stokboom lijken dit jaar wel een soort van wedstrijd te hebben georganiseerd. Namelijk over wie de grootste heeft. Mij was niet bekend dat die wedstrijd gehouden werd. Ons stokboompje is nauwelijks 2 meter hoog en één streng is al gedoofd. Wij doen niet mee om de prijzen. Maar in de rest van de buurt wordt er daadwerkelijk fel om de eerste plaats gestreden. Meerdere buren hebben een enorme stokboom staan. De meesten gebruiken overigens hun vlaggenmast als stok en dat vind ik eigenlijk wel een beetje valsspelen, maar goed. De winnaar staat volgens mij bij ons net over het spoor. Deze stokboom doet zowat de hele buurt oplichten als woonden we op Erica naast de kassen.
Wat is dat toch, dat streven naar de grootste te hebben of de grootste te zijn? Heeft dat te maken met het einde van het jaar? December is immers de maand van de lijstjes: de top zoveel, het beste sportteam, de beste atleet, het mooiste liedje etc. Of zit het willen zijn van de grootste in onze genen? Is het iets wat nog ontsproten is uit ons reptielenbrein? De grootste en de sterkste heeft immers de beste overlevingskans. Naar mezelf kijkend; ook ik heb die neiging gekend. Ook ik stapte ooit in een bedrijf waarbij het streven was de grootste te worden. Ook ik streefde er naar de grootste te worden. En in dat streven leek het wel of alles ook groter moest. De auto, het horloge, het kantoorgebouw. Des te groter des te beter leek het.
Gaandeweg kwam ik er overigens achter dat streven de grootste te worden en/of het grootste te hebben niet altijd gepaard gaat met het bereiken van het grootste geluk. Sterker, des te groter het bedrijf werd des te kleiner mijn aandeel geluk leek te worden. Ik leerde dat het streven naar het grootste geluk niets te maken heeft met grootte. Wellicht wel met het hebben van een groot hart, een groot gevoel van empathie en een grote interesse in de mensen om je heen. Let wel; het gaat dan niet om het grootste hart, de grootste empathie of de grootste interesse. Groot is in dat licht meer dan voldoende. De vraag is dan ook of het streven naar de en/of het grootste wel zo verstandig is. Ik denk persoonlijk van niet, het streven naar de grootste (wat dan ook) is volgens mij niet zaligmakend. Je kunt er beter naar streven om grootse dingen te doen.
In ons streven niet de grootste maar juist betekenisvol te zijn, viel deze week onze uiteindelijke klant- beoordeling van Advocaatscore over 2024 in de bus. Een 9,8 waarmee we in de landelijke top 100 staan en zelfs in de top 3 van de provincie Drenthe. Als we geen stokboom om de vlaggenmast hadden gehad op kantoor was de vlag uitgegaan.
Contemplatie
Geplaatst op: december 6, 2024
December. De maand van het jaar waarin iedereen terugkijkt op het afgelopen jaar. Een maand voor contemplatie zoals dat zo mooi heet. We vatten het jaar samen en kijken nog één keer achterom. De verzoeken om jouw favoriete nummers voor de TOP2000 weer in te sturen ontving ik al en ik bleek dit jaar 27.309 minuten naar Spotify geluisterd te hebben, aldus Spotify-wrap. Als je dat soort berichten krijgt weet je; het jaar zit er bijna op. Dus ook voor mij tijd om terug te kijken.
2024 Was het jaar dat Dio en ik besloten om de reclamecampagnes om meer letselschadezaken aan te trekken, uit te breiden. Mijn gezicht was meerdere maanden te zien op televisieschermen bij de plaatselijke Jumbo’s en op bilboards voor de Hema in het centrum van Emmen. Naar verluid was datzelfde gezicht tot vervelens toe ook aanwezig op Facebook. Ik moet wel schrijven ‘naar verluid’, want zelf zit ik niet op Facebook. Ik heb er zelf dus geen last van gehad.
Een groot succes was het overigens niet, die campagne. Het leverde niet echt veel nieuwe zaken op helaas, wel veel leuke reacties van bekenden die selfies met mijn reclame(hoofd) stuurden. Hopelijk blijft mijn gezicht en daarmee de naam Punt onderbewust in de achterhoofden rondzweven van al die voorbijgangers en weten ze mij te vinden als hen onverhoopt een ongeval overkomt.
Dit jaar was ook het jaar waarin ik besloot een fietshelm te gaan dragen. Ik schreef daar al over en ik moet eerlijk zeggen dat ik er niet alleen over schreef, ik zette hem ook op en doe dat nog steeds iedere keer als ik op de fiets stap. Over eerlijk gesproken; ik heb wel het idee dat menigeen die mij gehelmd ziet fietsen denkt dat ik niet helemaal goed snik ben. Als ik naast Judith fiets, die dat nog steeds helmloos doet, kijkt men mij toch wat meewarig aan alsof ik haar debiele broertje ben. Maar goed, ik heb ‘A’ gezegd en blijf ook ‘B’ zeggen.
In onze queeste om ieder jaar beter te scoren op Advocaatscore, onze review-tool, kan ik melden dat de tussenstand hoopgevend is. Daar waar we van een 9,6 in 2022 naar een 9,7 in 2023 gingen, staan we nu op een 9,8. Daar zijn Dio en ik echt heel blij mee. Uiteindelijk zijn we dienstverleners en dus blij dat onze dienstverlening zo goed wordt gewaardeerd. Uiteraard kennen we de waarschuwing dat aan de top blijven lastiger is dan er te komen dus zal ons voornemen zijn dat we in elk geval willen consolideren. We weten dat we daar erg hard ons best voor moeten blijven doen.
Dit jaar hebben we ook weer meerdere nieuwe abonnementhouders mogen verwelkomen. Meerdere ondernemers kozen er voor onze dienstverlening af te nemen in combinatie met het ondernemersabonnement. Het feit dat ondernemers kiezen voor een dergelijke commitment met ons is een groot compliment.
Op persoonlijk vlak was 2024 het eerste jaar zonder mijn moeder. Ze overleed deze week precies een jaar geleden. Ik realiseer me dat voor mij wel het grootste verschil was met de afgelopen jaren. Ik mis haar. Niet dagelijks maar het feit dat ze er nu niet meer is doet me beseffen dat het zo vanzelfsprekend was dat ze er al die tijd wel voor me was. Zelfs tijdens haar ziekte, tijdens moeilijke ziekenhuisbezoeken en gesprekken met artsen en tijdens haar (snelle) aftakeling op het laatst hadden we altijd wel even contact, vonden we altijd wel even tijd om met elkaar af te spreken, elkaar even stevig vast te houden en ondanks alles toch even te lachen. Ik mis die momenten. Maar wat ik misschien wel het meeste mis? De vanzelfsprekendheid van het hebben van een moeder.
Machtspolitiek
Geplaatst op: november 21, 2024
De lezers van mijn vrijmiblo zijn van mij gewend dat ik het nooit over politiek heb. Daar brand ik mijn vingers gewoonweg niet aan. Zeker in deze über-gepolariseerde wereld waarin wij leven zal iedere uiting van politieke voor- en/of afkeur aanleiding geven tot heel andere commentaren onder mijn blogs op LinkedIn dan de goedbedoelde en soms zelfs grappige commentaren van Jaap Jan Bruinsma. Waarom dan toch deze beladen titel, zul je denken. Ik zal je dat uitleggen.
Afgelopen week werden wij (bewoners van Nederland) weer eens getrakteerd op het zoveelste crisisoverleg in Den Haag. Onze premier Schoof moest na een zoveelste clash tussen de bewindslieden (aangevuurd door hun politieke leiders in de Kamer op X) weer alle zeilen bij zetten om dit kabinet op koers te houden. Dat terwijl er ditmaal echt wel iets was gebeurd waardoor een partij met ruggengraat zou hebben kunnen zeggen; “Genoeg is genoeg, we stappen eruit!”. En hoewel onze premier later bezwoer dat er in de ministerraad geen racistische uitingen waren gebezigd, vraag je je dan toch af waarom een partij haar staatssecretaris laat vallen. Het antwoord; machtspolitiek. Volgens mij zijn politieke partijen, eenmaal op het pluche beland, doodsbang voor nieuwe verkiezingen. Zo lang sommige regeringspartijen alleen maar dalen in de peilingen en één partij de grootste blijft zullen ze een val van het kabinet ‘coûte que coûte’ willen voorkomen, met alle gevolgen voor hun ruggengraten van dien.
Een mooi staaltje machtspolitiek van heel andere orde kon ook worden ontdekt in een recent arrest van het Hof Leeuwarden. Wat was er aan de hand? In mijn blog “Malafide” schreef ik over de zogenaamde cowboys in de letselschademarkt. Dat dat een probleem is wordt breed onderkend en er werd zelfs door het Wetenschappelijke Onderzoek en Datacenter (onderdeel van het Ministerie van Justitie) onderzoek naar gedaan. Het onderzoeksrapport van het WODC deed niet veel stof opwaaien omdat het feitelijk geen oplossing gaf, in elk geval niet de veel gehoorde oplossing om van letselschadespecialist een beschermd beroep te maken.
De markt reageerde teleurgesteld op de uitkomsten van het onderzoek. Terecht denk ik, het probleem wordt wel benoemd maar een oplossing ligt volgens de opstellers van het rapport vooral in meer overheidsregulatie. Terwijl de geleerden zich bogen over het opstellen van voormeld rapport speelde in de praktijk een rechtszaak tussen een verzekeraar en een letselschadebureau dat gekwalificeerd zou kunnen worden als cowboy in de markt. In een kort geding had de verzekeraar de rechter in Assen gevraagd te oordelen dat de verzekeraar geen zaken van deze belangenbehartiger hoefde aan te nemen en mocht weigeren haar kosten te betalen. De rechtbank wees die vordering af. Het Hof (de verzekeraar ging in beroep) dacht daar anders over. Met het WODC rapport in de hand oordeelde het Hof dat verzekeraars belangenbehartigers mogen weigeren die:
“- niet (voldoende) betrouwbaar te zijn, bijvoorbeeld door onjuiste informatie te verstrekken, en/of
– klaarblijkelijk niet te beschikken over de kennis en ervaring die noodzakelijk is voor het adequaat begeleiden van de benadeelde in het schaderegelingsproces, en/of
– onredelijk hoge buitengerechtelijke kosten in rekening te brengen.
– ongebonden belangenbehartigers zijn. Extern toezicht op hun declareren, opleiding en functioneren ontbreekt.”
De belangenbehartiger in kwestie kon aan de vereisten zoals in het WODC rapport werden gesteld niet voldoen. Het Hof gebruikte het rapport om de verzekeraar in het gelijk te stellen. Verzekeraars staan dus in hun recht als ze niet met ongebonden, onbetrouwbare en niet ter zake kundige belangenbehartigers schades willen regelen. Daarmee laat het Hof volgens mij een sterk staaltje machtspolitiek zien.
Studiereis
Geplaatst op: november 1, 2024
Terwijl ik deze Vrijmiblo schrijf op mijn laptop zie ik tegenover me een overvol aanrecht en een niet al te frisse keukenvloer. Dat ben ik eigenlijk helemaal niet gewend, een dergelijk uitzicht. Als je wel eens bij ons thuis komt weet je ook dat een vies aanrecht net zo zeldzaam is als sneeuw met kerst; het komt gewoon niet voor. De reden voor dat vieze aanrecht is simpel. Ik ben een week alleen thuis. Judith is op studiereis naar Zuid-Afrika. In het kader van kansengelijkheid bezoekt Judith deze week scholen in Kaapstad. Voor mij een kans om te laten zien dat ik uitstekend in staat ben het schip dat huishouding heet een week lang op koers te houden.
Dat was althans mijn voornemen. Toch lukt het me niet zo goed als ik had verwacht. Na een paar dagen als vrijgezel te hebben gewoond blijkt dat ik heel gemakkelijk weer terugval in mijn oude studentengewoontes. Eten en drinken zijn overvloedig aanwezig en de innerlijke mens wordt uitstekend verzorgd doch de zorg voor het huis schiet er bij in. Toch apart dat je eerst een tijdje alleen moet zijn voordat je doorhebt dat heel veel huishoudelijke taken niet zomaar nachts door de kaboutertjes worden verricht maar dat Judith dat echt allemaal doet.
We hebben thuis een vrij strakke verdeling van taken. Ik doe de boodschappen en kook, Judith ruimt alles op. Hoewel ik altijd dacht dat mijn taak omvattender en tijdrovender was dan Judith haar taak kom ik deze week tot de ontdekking dat dat een apert foutieve gedachte was.
In letselschadezaken is de verdeling van huishoudelijke taken ook altijd een terugkerende discussie. Eerder schreef ik al dat het tijdelijke wegvallen door letsel van een huisgenoot (vader, moeder of kind) ook zorgt het ontstaan van een gat in het huishoudelijke takenpakket dat opgevuld moet worden. Meestal gebeurt dat aan de hand van de richtlijnen van de Letselschaderaad. Omdat bij het wegvallen van iemand die en deel van de huishouding doet meestal wordt opgevangen door de overige gezinsleden bestaat er zoiets als De richtlijn Huishoudelijke Hulp. Deze richtlijn bepaalt dat bij het uitvallen van een gezinslid dat een deel van het huishouden deed er een standaard vergoeding wordt betaald gedurende de eerste 13 weken na het ongeval (als het slachtoffer die periode beperkt blijft uiteraard).
Stel in een tweepersoonshuishouden valt één persoon door letsel uit. De standaard vergoeding die de aansprakelijke verzekeraar dan moet betalen is € 109,- per week bij een lichte beperking en 218,- bij een zware beperking. Vervolgens wordt er gekeken wat de bijdrage van ieder van de huisgenoten was in het huishouden. Stel je voor dat degene die een aanrijding heeft gehad en letsel heeft 75% van de huishoudelijke taken voor haar of zijn rekening nam. Dan betaalt de verzekeraar bij een lichte beperking tot het verrichten van huishoudelijke hulp een bedrag van € 109,- maal 0,75 = € 81,75 per week zolang de beperking aanwezig is. Na 13 weken en geen verandering betaalt de verzekeraar een bedrag van € 11,50 per uur dat derden het huishouden overnemen. Kent voormeld huishouden kinderen jonger dan 5 jaar wordt niet gerekend met een bedrag van € 109,- per week maar een bedrag van € 205,- per week. Aan de hand van de matrix kun je bepalen wat de standaard vergoeding moet zijn. Als ik na een ongeval bij slachtoffers aan de keukentafel zit vraag ik dan ook altijd naar de bijdrage van het slachtoffer in het huishouden. Daar waar de andere partner nog wel eens een groter deel naar zich toe wil rekenen (en zichzelf dus financieel tekort doet) zal ik als het ons ooit eens overkomt eerlijk moeten toegeven dat Judith minstens zoveel in het huishouden doet als ik, als het niet meer is. Dat heb ik deze week aan den lijve moeten ondervinden.