Boekje

Geplaatst op: maart 28, 2025

Al sinds ik mij kan herinneren zegt mijn vader, als we hem een vraag stellen en hij daarop het antwoord weet: “Ik heb er wel een boekje van”. Het is een soort ‘running gag’ geworden. Telkens als mijn vader iets vertelt zeggen we bijna automatisch: “Je hebt er zeker wel een boekje van?”. Hoewel die vraag uiteraard altijd retorisch van aard is kan mijn vader het nooit nalaten daar “Ja hoor!” op te antwoorden. Hij heeft niet alleen boekjes geschreven door anderen over allerlei onderwerpen; hij schrijft ook zelf boekjes. Van die blanco boekjes met harde kaft, zoals je die koopt bij de ‘witte boekhandel’, pent hij vol met dagelijkse beslommeringen, gedichten, filosofische overwegingen en persoonlijke gedachten. Met tekeningen en geschreven in zijn mooie schoolmeester handschrift. Op mijn laatste verjaardag ontving ik er één, speciaal voor mij. Ik hield het niet droog.

Schrijven en lezen waren vroeger nooit mijn sterkste vakken. Ik las eigenlijk nooit en mijn schrijfschriften van de lagere school lijken op de word-documenten van nu; met heel veel rode lijntjes onder de dicteewoorden. Met lezen ben ik pas begonnen toen mijn ouders mij kennis lieten maken met de boekjes van Hotze de Roos; “De schippers van de Kameleon”. Deze boekjes werden door mij verslonden en op mijn slaapkamer stond binnen no time een forse rij Kameleons. Voor mijn VWO-eindexamen moest ik in meerdere talen, want ik had een zogenaamd pretpakket, boeken lezen. Ik begon toen al een beetje mijn interesse voor het lezen van boeken te verliezen. Tijdens mijn rechtenstudie waar ik echt heel veel teksten tot mij moest nemen verdween de behoefte aan andere boeken helemaal en voor zover ik me kan herinneren was het schrijven van mijn eindscriptie ook niet echt een prettige ervaring.

Echt plezier in schrijven en lezen kwam eigenlijk gelijk met mijn ontwikkeling als advocaat. In mijn werk moet je nou eenmaal veel lezen en veel schrijven. Bij het opstellen van een pleidooi, een goed gemotiveerd verweer en/of een sterke brief is het hebben van een beetje taalgevoel een handige eigenschap. Het is prettig om de juiste toon te kunnen aanslaan, de juiste woorden te kunnen gebruiken en om zinnen te kunnen maken die leesbaar en begrijpelijk zijn. Toch blijft zakelijk schrijven beperkt tot de doelmatige inhoud. Het heeft geen zin en het geeft al helemaal geen pas in een pleidooi grapjes te maken of persoonlijke anekdotes te verweven in de juridische onderbouwing van het standpunt van mijn klant. Daarom ben ik ook blij dat ik in de Vrijmiblo, in het leven geroepen om mensen naar mijn website te lokken, al die dingen wel kan doen.

Vrijmiblo’s gaan over mijn persoonlijke ervaringen als advocaat, vader, echtgenoot en mens. Ik probeer grappig te zijn, haal persoonlijke herinneringen op, schrijf over mijn familie, gezin en persoonlijke beslommeringen in combinatie met mijn ervaringen als advocaat. Ondertussen is dit alweer de tachtigste(!) Vrijmiblo.

Volgens mij had Herman Finkers ooit een cd uitgebracht met de titel in de trend “Mijn minst beroerde liedjes”. Met die gedachte in mijn achterhoofd heb ik besloten van de tachtig Vrijmiblo’s er veertig te bundelen tot een boekje. Wederom (lees Worteltjestaart, mijn eerste Vrijmiblo) vrij naar Herman Finkers; mijn veertig minst beroerde Vrijmiblo’s. Het bundeltje ligt -als deze tachtigste wordt gepubliceerd- bij de drukker. Het wordt een soort van relatiegeschenk en komt in de plaats van de Puntzak met advocaatsnoepjes die ik eerder aan relaties gaf.

Ik heb mijn vader gevraagd het voorwoord voor dat boekje te schrijven en dat heeft hij (met verve) gedaan. Mijn vader heeft altijd en overal wel ergens een boekje van. Straks heeft hij er één met zijn eigen voorwoord erin!

Gratis advies?
Sluiten

Gratis 10 minuten letselschade advies.