Casual
Geplaatst op: maart 29, 2024
“Zo, jij ziet er casual uit vandaag”, hoorde ik toen ik voor de lunch mijn kantoor uit liep. Het was de stem van Bert Heida, mijn oud collega van de Pals Groep die nu resideert op de verdieping onder mij. Bert, zelf altijd zeer gesoigneerd (zijn grijze haar strak achterover, getrimd baartje, kek colbertje en altijd mooie geklede schoenen), keek me aan met een blik die enerzijds verraadde dat hij zelf zo echt niet naar kantoor zou komen doch anderzijds ook met een blik die verraadde dat hij dat eigenlijk stiekem best wel wilde. Maar hij had gelijk. Ik had die dag geen afspraken en had dezelfde outfit aan die ik de avond ervoor aan had tijdens een etentje met ons gezin. Spijkerbroek, T-shirt met daarover een houthakkersblouse.
Toen ik naar huis fietste – ik woon vlak bij kantoor en eet tussen de middag thuis een broodje – realiseerde ik me dat er wat kleding betreft wel heel veel veranderd is in de 25 jaar dat ik als advocaat werkzaam ben. In de eerste jaren van mijn beëdigd bestaan ging ik steevast in pak naar kantoor. Een stropdas en Italiaanse merkschoenen completeerden mijn outfit. “De klant wil graag zien dat jij succesvol bent omdat hij wil dat jij voor hem succesvol bent” zo pleegde mijn patroon (de oudere advocaat die drie jaar de baas over je speelt) te zeggen. Het was overigens wel makkelijk. Een pak met een witte blouse, daar hoef je ‘s ochtends niet over na te denken. Welke kleur stropdas gaf wellicht stof tot nadenken en de vraag of de riem wel bij de schoenen paste leidde ook wel eens tot hoofdbrekens maar overall was het simpel. Met een goed pak zat je gebeiteld.
Op kantoor probeerden we wel eens een casual vrijdag maar dat was geen succes. Advocaten die één dag per maand iets casuals aantrekken (oude mannen spijkerbroek met gympies en een gestreepte rugbytrui/polo) zien er niet alleen verloren maar vooral niet casual uit. Eerder doodongelukkig.
Wanneer is dat -op mijn kantoor- eigenlijk veranderd? Al ver voor Corona droeg niemand van mijn mannelijke collega’s nog een stropdas. Wellicht aangespoord door wijlen Prins Claus die tijdens een toespraak in 1998 – in mijn beleving zijn grootste prestatie als Prins Gemaal – zijn stropdas verknipte. Al ver voor corona werd het pak ingeruild voor een broek met colbertje maar wanneer werd het normaal om gewoon in spijkerbroek en polo naar kantoor te komen. Ik weet het eerlijk gezegd niet meer. Wat ik wel weet is dat de Coronaperiode een grote katalysator is geweest voor de casualisering van het kantoortenue.
Ik vind het zelf overigens ook best lastig. Je wilt als dienstverlener (dat ben ik overdag immers, ik verleen diensten) voldoen aan de verwachtingen van degene die om je dienst vragen. Die verwachting gaat niet alleen om de inhoud is mijn overtuiging, ook over de verpakking. Daarom heb ik nog steeds pakken aan – wel wat hippere ondanks mijn leeftijd – maar niet altijd meer Italiaanse schoenen. Vaak sneakers maar nooit meer een stropdas. Maar dus steeds vaker gewoon een spijkerbroek met een polootje.
Ik las overigens dat één van de betekenissen van casual “ gewoontjes” is.
Als ik met mijn kleding uitstraal dat ik gewoon mezelf ben dan, beschouw ik de opmerking van Bert dus maar als een verkapt compliment.