Mantelzorg
Geplaatst op: augustus 30, 2024
Het is nooit makkelijk om te erkennen, maar ik merk dat ik steeds ouder word. Dat voel ik vooral na een potje padel. De wijze waarop ik na een wedstrijdje of training weer naar huis strompel spreekt wat dat betreft boekdelen. Een wetmatigheid die hoort bij het ouder worden is dat de mensen om je heen dat ook worden. Zo ook mijn vader en Judith haar moeder. Zij zijn inmiddels op een respectabele leeftijd aangekomen en dat ouderdom met gebreken komt hebben we recent ervaren.
Zowel Judith haar moeder als mijn vader hadden om verschillende (niet nader te noemen) medische redenen hulp nodig de afgelopen maanden. Beiden zijn recent geopereerd en zowel voor als na die operatie waren ze, zoals dat heet, hulpbehoevend. Dat betekende voor ons en voor mijn (schoon)zus en zwagers uiteraard dat we klaar stonden om boodschappen te doen, met ze mee te gaan naar ziekenhuisafspraken en ze te helpen bij alle verder voorkomende taken in en om het huis die zij beiden (naar het zich gelukkig laat aanzien tijdelijk) niet zelf meer konden verrichten. Uiteraard deden en doen we dat met alle liefde en traden we op deze wijze toe tot de steeds groter wordende groep mantelzorgers.
Zoals zo vaak moet er eerst in je eigen omgeving iets gebeuren dat je doet beseffen dat anderen veel vaker, langer en veel indringender geconfronteerd worden met het fenomeen mantelzorg. Als ik alleen al in mijn letselschadepraktijk kijk, zie ik dat heel veel slachtoffers niet zonder kunnen en aangewezen zijn op de hulp van partners, kinderen en/of familie. Mijn taak is het dan om die hulp te waarderen op geld en daarvoor een vergoeding te regelen bij de aansprakelijke verzekeraar. Maar mantelzorg was voor mij – behalve dan iedere zaterdag boodschappen doen voor Judith haar oma van 102!- altijd iets abstracts, iets wat er was en onderdeel was van de te begroten en te verhalen schade in letselschadezaken.
Een voorbeeld uit de letselschade ter verduidelijking: mevrouw “die en die” is hulpbehoevend geworden door een ongeval. Haar man doet nu alle taken in het huis en daarvoor vorder ik (bijvoorbeeld) 5 uur per week tegen betaling van 11,50 Euro per uur. Dat bedrag zet ik op de schadestaat die ik naar de verzekeraar stuur met het verzoek dat bedrag aan mevrouw “die en die” te betalen.
Mantelzorg wordt in de letselschadewereld geregeld (zoals meerdere onderdelen van de letselschade) middels zogenaamde richtlijnen van de Letselschaderaad. De eerste drie maanden na een ongeval gaat het om vaste normbedragen, daarna wordt beoordeeld hoeveel uur er aan mantelzorg nodig s en die uren worden vergoed tegen 11,50 Euro per uur. Een dergelijke richtlijn is er ook voor het niet kunnen verrichten van klussen in en om het huis. Bijvoorbeeld: Dezelfde mevrouw “die en die’ deed niet alleen het hele huishouden, ze schilderde ook nog eens het haar huis en deed ook al het tuinonderhoud. De man van mevrouw “die en die” is waarschijnlijk advocaat, niet erg handig en van nature wat lui, maar dat ter zijde. Omdat het werk in en om het huis nu uitbesteed moet worden vorder ik van de aansprakelijke verzekeraar een vergoeding wegens verlies aan zelfwerkzaamheid. Daarvoor bestaat ook weer een richtlijn. Deze richtlijnen worden -behoudens bijzondere gevallen- gebruikt in letselschadezaken om de mantelzorg te vergoeden.
Maar in de echte wereld – dus zonder aansprakelijke verzekeraars- is mantelzorg te scharen onder de richtlijn “liefdewerk-oud-papier”. Ik heb het uiteraard met liefde gedaan maar mijn respect voor de echte mantelzorgers is de afgelopen tijd wel fors toegenomen.