Kwantiteit

Geplaatst op: juni 27, 2025

Als trouwe lezer van deze Vrijmiblo ben je gewend dat het verhaal maximaal één A-viertje lang is. Je zal dat wellicht niet goed kunnen zien als je de Vrijmiblo op je telefoon leest maar als ik het in Word opschrijf en aan mijn webbeheerder mail is het verhaal niet langer dan dat ene A-viertje. Ik kies daar bewust voor. Ik ben er van overtuigd dat de beperkte kwantiteit aan woorden de kwaliteit van de Vrijmiblo ten goede komt. Kort en bondig, daar moet een Vrijmiblo aan voldoen.

Als advocaat probeer ik mijn brieven en processtukken ook kort en bondig te houden. Net als bij de Vrijmiblo komt dat denk ik de kwaliteit en de leesbaarheid ten goede. Toch lukt het me lang niet altijd om mijn processtukken kort te houden. Civiele advocaten zijn vaak te bang om een stelling van de wederpartij niet genoeg te weerspreken. Een niet weersproken stelling van een partij maakt dat die stelling tussen partijen in rechte vaststaat. Dat vergt wellicht een korte toelichting.

In artikel 149 Rechtsvordering staat: ‘….. Feiten of rechten die door de ene partij zijn gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende zijn betwist, moet de rechter als vaststaand beschouwen,…..’

Er staat uiteraard meer in dit artikel maar voor mijn verhaal is deze zinssnede voldoende. Dat een niet betwiste stelling vaststaat wordt ook wel partijautonomie genoemd. Partijen beslissen zelf de omvang van hun geschil. Dus als ik niets opschrijf in mijn processtuk over een stelling van de wederpartij dan zal de rechter deze stelling als vaststaand aannemen. Ook als het niet klopt. Je bent als advocaat dan ook snel geneigd voor alle zekerheid alles te bespreken wat de wederpartij heeft aangevoerd en alles te betwisten. Negatieve vonnissen waarin wordt overwogen door de rechter ‘als onvoldoende weersproken staat tussen partijen vast…’ leveren vaak buikpijn op en behoorlijk wat woorden richting je klant om dat weer recht te breien. Onder dat gesternte is het dus niet vreemd dat je processtukken schrijft die vaak wat te lang zijn.

Te lange processtukken zijn echter een doorn in het oog van de rechtspraak. De rechtspraak probeert ellenlange processtukken tegen te gaan door zogenaamde rolreglementen op te stellen. Regels waar advocaten zich ten opzichte van de rechtbanken en gerechtshoven aan moeten houden. Per 1 april 2021 werd in het landelijk procesreglement van de gerechtshoven al bepaald dat processtukken maximaal 25 pagina’s mogen bevatten. Advocaten waren het daar (uiteraard) niet mee eens maar de Hoge Raad besloot in 2022 dat deze beperking van de omvang van processtukken toelaatbaar was.

Waarschijnlijk gesterkt door deze uitspraak hebben ook de rechtbanken besloten vanaf 1 juli aanstaande een limiet aan de in te dienen pagina’s in te voeren. Geen harde limiet overigens, maar het processtuk mag niet onnodig lang zijn. Volgens het reglement; ‘de omvang van een processtuk steeds in overeenstemming is met de aard, de complexiteit en het belang van de zaak’. Je processtuk kan dan geweigerd worden als het te lang is.

De orde van advocaten is tegen deze nieuwe regel. Zelf denk ik dat het misschien goed is dat je bij het indienen van een te lijvig processtuk de kans loopt dat het wordt geweigerd. Het zet je aan tot kwalitatief goed werk en niet kwantitatief goed werk. Het zal mij ook moeten aanzetten tot heldere en niet onnodig lange processtukken. Je kunt je afvragen of het geweigerd worden van je processtuk niet nog vervelender is dan een overweging in het vonnis van de rechtbank dat er ‘onvoldoende weersproken’ werd. Het antwoord op die vraag is overigens nee; na een geweigerd processtuk word je gelukkig uitgenodigd een vervangend processtuk in te dienen.

Gratis advies?
Sluiten

Gratis 10 minuten letselschade advies.