Fatbike
Geplaatst op: juli 5, 2024
Opa en Oma Venema woonden vroeger in Winschoten. Ze bestierden een pension aan de (toen) sjieke Paul Krügerstraat. Opa was een chagrijnige brompot die niets had met kinderen, laat staan kleinkinderen. De spaarzame tijd die hij voor mij vrij kon maken als ik er logeerde liepen we op mijn verzoek naar de winkel die motorfietsen verkocht op de hoek van de straat. Opa kende de eigenaar, de heer Smedes, van het koor en ik mocht in de winkel op de motoren zitten. De heer Smedes beloofde mij dat de zwarte Honda die in de etalage stond voor mij was gereserveerd. Daarover dromend werd -terug in Hoogezand waar ik woonde- steevast mijn knaloranje Peugeot racefiets (met kilometerteller!) voorzien met een pottertjesdoosje op de voorvork met halve wasknijper die net de spaken raakte. Op die manier hoorde het al fietsend alsof je op een motor reed. Bij gebrek aan pottertjesdoosjes voldeed een stukje karton ook om een soortgelijk effect te bereiken.
Deze jeugdherinnering kwam bij mij op toen ik de recente artikelen las over de overlast gevende fatbikes. De motor-look-alikes met hun dikke lawaaiige banden, (vaak) bereden door nonchalant ogende pubers (meestal zijn het er twee per fatbike) die zonder enige inspanning -zoals het hun generatie betaamt- binnensteden onveilig maken. Ze halen met gemak snelheden van meer dan 30 kilometer per uur en de jonge berijders lappen alle verkeersregels aan hun sneakers. Hoogst irritant en levensgevaarlijk. Er gaan vele stemmen op om de overlast van deze fatbikes tegen te gaan. Je hoeft de sociale gremia er maar op na te slaan of je leest verhalen van slachtoffers die aangereden werden door pubers op fatbikes, fatbike-bestuurdertjes die zelf in de kreukels liggen of gemeentebestuurders die fatbikes willen verbieden.
Het probleem van de fatbike kent volgens mij twee aspecten. Ten eerste de berijders en ten tweede de mogelijkheid ze zeer eenvoudig op te voeren. Om met dat laatste te beginnen. In het centrum van Emmen kijkt niemand er meer vreemd van op als je -gezeten op het terras van de Brasserie- fatbikes voorbij ziet razen die makkelijk 45 kilometer per uur gaan. Dit soort opgevoerde fatbikes zijn eigenlijk brommers en door ze op deze wijze te berijden zijn de bestuurders strafbaar. De bestuurders rijden onverzekerd rond want brommers zijn motorvoertuigen en motorvoertuigen moeten verplicht verzekerd zijn. Wordt iemand aangereden dan is de veroorzaker dus niet verzekerd, ook niet onder de aansprakelijkheidsverzekering van de ouders, en moet de letselschade van het slachtoffer uit eigen (lees papa’s of mama’s) zak betaald worden.
De puber hoeft op de fatbike niet te trappen omdat menig fatbike een gashendeltje heeft. Tegelijkertijd op je telefoon kijken is dan heel gemakkelijk. Daarnaast laat de kennis van de verkeerregels bij menig puber zeer te wensen over, zo ervaar ik regelmatig. Ze rijden op de fatbikes alsof ze in een Mario Kart-game figureren.
Ik snap het best. De fatbike is superstoer en voor een 12-jarige lijkt het op de brommer of motor die je later wilt hebben. Daarnaast zijn ze vaak ook nog goedkoper dan een solide saaie e-bike. Zeker, de aantrekkingskracht van de fatbike op de jeugd snap ik -gezien ook mijn inleiding- drommelsgoed. Maar toch zouden ze verboden moeten worden, de fatbikes. Of op zijn minst zou er een leeftijdsgrens voor bestuurders moeten komen en vanaf de fabriek een snelheidsbegrenzer die niet te omzeilen is.
Je zult je na deze moraliserende Vrijmiblo wellicht afvragen hoe het is afgelopen met mijn Honda die in Winschoten voor me klaarstond. Daarover kan ik kort zijn. Toen mijn neef Mark uit Veendam – net zou oud als ik- op een dag vlak na zijn 16e verjaardag trots zijn Zundapp kwam showen en ik een stukje mocht rijden vloog ik pardoes en hard door de heg van de buren. Dat was de eerste en enige keer dat ik op een brommer of motor heb gereden.