Emigreren
Geplaatst op: oktober 31, 2025
Deze herfstvakantie hebben Judith en ik een weekje doorgebracht in Andalusië. Vrienden van ons zijn kortgeleden geëmigreerd naar Almeria. Om met eigen ogen te zien wat hun heeft bezield en waar ze terecht zijn gekomen hebben we een vlucht geboekt naar Granada. Daar verbleven we eerst drie nachten. We hadden een Airbnb recht tegenover het Alhambra. Naast het bezoek aan onze vrienden wilden we dit werelderfgoed ook graag bewonderen. We dachten anderhalve week voor onze aankomst dat het verstandig zou zijn om alvast kaartjes te bestellen. Mooi op tijd dacht ik. Althans, dat dacht ik tot dat moment. Alle kaartjes voor het Nasrid paleis, de must see binnen het Alhambra, waren al stijf uitverkocht. We moesten het doen met tickets voor de overige bezienswaardigheden binnen de muren van het fort. Ook die waren gelukkig zeer de moeite waard. Na drie dagen Granada zijn we met de trein naar Almeria gegaan. Een ons onbekende stad aan de boorden van de Middellandse Zee omringd door kilometers aan kassen en woestijnachtige heuvels. Weinig toeristen, heel veel studenten, een mooie oude binnenstad en wederom een heus fort dat hoog boven de stad uittorent; het Alcazba. Onze vrienden hebben het uitstekend voor elkaar. Ze hebben de Spaanse levensstijl al een beetje omarmd en maken zich niet zo snel druk om dingen. Uiteraard gaat hun emigratie gepaard met ik-vertrek-achtige taferelen en hebben ze meer dan kennis gemaakt met de Spaanse bureaucratie en de langzaam draaiende molens van gemeenten, banken en andere autoriteiten. Bij sommige van hun anekdotes hoorde je de sarcastische voice-over van “Ik vertrek” licht spottend zijn verhaal doen.
Onze vrienden hebben in Nederland alles verkocht en zijn zonder echt plan vertrokken naar Spanje. “We zien wel waar we uitkomen en zien dan wel wat we daar gaan doen” vertelden ze toen ze ons deelgenoot maakten van hun plannen. Ze zijn dus in Almeria terecht gekomen maar weten nog niet wat ze willen gaan doen. Als je in Nederland je banen opzegt, huis en haard (goed) verkoopt en in Spanje een appartementje huurt hoef je gelukkig ook niet direct weer wat te gaan doen.
In mijn letselschadepraktijk heb ik al enkele slachtoffers bijgestaan die na de afwikkeling van hun letselschadezaak ook besloten om te gaan emigreren. Overigens altijd slachtoffers die door een ongeval volledig arbeidsongeschikt raakten. Enerzijds omdat ze binnen Europa hun WIA-uitkering mee konden nemen en geen re-integratie verplichtingen meer hadden maar vaak ook omdat de warmte in zuidelijke landen hun klachten verbeterden/verlichtten. In principe is het zo dat, als een letselschadezaak is afgewikkeld, het slachtoffer volkomen vrij is in het uitgeven van de schadevergoeding. De schade wordt begroot op een zodanige wijze dat het slachtoffer in financiële zin net zoveel inkomen heeft als ware hem/haar het ongeval niet overkomen. Bij volledige arbeidsongeschiktheid dus het bedrag dat het verschil is tussen een maandelijkse WIA-uitkering en het maandelijkse salaris dat het slachtoffer zonder ongeval zou hebben kunnen verdienen alsook het verschil in het uiteindelijke maandelijkse pensioen met en zonder behoud van hun baan. De schadevergoeding wegens het verlies aan verdienvermogen is dus eigenlijk bedoeld om iedere maand het inkomen en/of het pensioen aan te vullen. Als het slachtoffer er vervolgens voor kiest die schadevergoeding aan te wenden voor de aanschaf een nieuwe Mercedes (echt gebeurd) of aan een (al dan niet tweede) huis onder de Spaanse zon is dat volledig de vrije keuze van het slachtoffer zelf. Terug naar onze geëmigreerde vrienden. Ook zij kozen er bewust voor alles achter zich te laten en te vertrekken. Terug in het vliegtuig bekroop mij de vraag; “Zou ik dat ook willen? Alles verkopen en emigreren”. Ik was er snel uit. Ik durf dat helemaal niet. Daarbij realiseerde ik me direct dat ik mijn werk nog veel te leuk vind om te stoppen en wellicht belangrijker, waar moeten mijn Vrijmiblo’s dan over gaan?