De (on)gelukkige kat

Geplaatst op: juli 18, 2025

We hebben deze week onze kat Bink laten inslapen. Wij (Judith en ik) dachten dat het nog wel kon maar onze kinderen vonden dat we de dierenarts moesten consulteren. De dierenarts was het met de kinderen eens. Daarom zaten Judith en ik op een doordeweekse dinsdag met Bink in zijn reismandje in de praktijk van de dierenarts. We gingen met een leeg reismandje en een zwaar gemoed weer naar huis.

Zoon Kees zei dat Bink de (haakje openen)on(haakje sluiten)gelukkigste kat ter wereld moet zijn geweest. Dat klinkt vreemd maar ik snapte wel wat hij bedoelde. We hebben Bink vijftien jaar geleden als boerderij-kitten opgehaald. Bink ademde als kitten zwaar. Hij leek wel een kat met OPS. Volgens de dierenarts zou hij niet veel ouder worden dan drie of vier jaar. Bink liet zich weinig gelegen liggen aan deze voorspelling. Hij was een graag geziene gast in het voormalige Noorderdierenpark (grenzend aan onze tuin); de verzorgers daar kenden hem bij naam.

Op een dag kwam hij kreupel uit de dierentuin terug. Nadat er een röntgenfoto was gemaakt bleek dat er een luchtbukskogeltje in zijn linker achterpoot zat dat het bot had verbrijzeld. De beste oplossing was een amputatie. Na de beschieting ging Bink als astmatische driepoot door het leven. In plaats van mensenvrees te ontwikkelen -wat na een beschieting logisch zou zijn geweest- werd Bink juist heel aanhankelijk. Menig bezoeker aan de dierentuin of bij ons voor het huis kon de weerstand niet weerstaan om hem even te aaien. Bink genoot van deze aandacht. Sommige aaiers dachten dat Bink ziek was omdat hij zo zwaar ademde en de keren dat we gebeld werden door de dierenambulance omdat ze een melding hadden gekregen van een bijna dode kat zijn ontelbaar. Zorg om Bink leidde een paar jaar geleden zelfs tot een heuse ontvoering. Een mevrouw uit Ter Apel zag Bink liggen in de oude dierentuin en nam hem pardoes mee naar huis. Na dagen zoeken en flyeren kregen we bericht van onze dierenarts. De ontvoerder was met Bink bij de dierenarts geweest en de dierenarts herkende Bink. Het kostte me vervolgens behoorlijk veel moeite om hem weer mee te krijgen toen ik hem uit Ter Apel kwam bevrijden.

De zorg voor huisdieren is ook een veelvoorkomend onderwerp in letselschadezaken. Zo herinner ik mij een zaak (niet van mij) van een oudere mevrouw die een hobbyboerderij had en door het ongeval het werk op haar boerderij niet meer kon volhouden. Voor dat werk huurde zij hulp in maar de verzekeraar wilde die hulp niet betalen omdat het om een hobbyboerderij ging.  Ze moest maar stoppen met de boerderij, aldus de verzekeraar. De rechter was het daar eigenlijk wel mee eens. Een professionele hulp op een hobbyboerderij vergoeden kon niet van de verzekeraar gevergd worden. Anderzijds zou het stoppen met de boerderij leiden tot een grote emotionele schade. De rechter overwoog: “De rechtbank kan niet anders constateren dan dat [verzoekster] en de boerderij ten diepste en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: Zij ‘is’ in wezen haar boerderij.”.  De rechtbank overwoog vervolgens: “Al het vorenstaande in aanmerking genomen, acht de rechtbank in de gegeven, bijzondere, omstandigheden een immateriële schadevergoeding, en daarmee de maximaal door Univé te vergoeden kosten ter beperking van immateriële schade, van in totaal € 50.000 billijk.”.

Een deel van de hulp die nodig was -niet alle want dat vond de rechter niet redelijk- moest daarom vergoed worden in de vorm van smartengeld.

Dieren en smart. Het blijft een ongelukkige combinatie. Toch denk ik dat Bink, ondanks alle ongeluk in zijn leven best een gelukkige kat was. 

Gratis advies?
Sluiten

Gratis 10 minuten letselschade advies.