Telefoon uit!

Geplaatst op: oktober 15, 2021

Net als bij familie kun je als advocaat je klant niet altijd zelf uitkiezen.
Zo stond ik- begin deze eeuw- op verzoek van ‘s lands grootse letselschadebureau een meneer bij  tijdens een zitting bij de kantonrechter.

Het letselschadebureau stond deze meneer bij omdat hij door dat bedrijfsongeval arbeidsongeschikt was geraakt. De werkgever was daarvoor aansprakelijk gesteld maar weigerde categorisch, althans haar verzekeraar weigerde categorisch, de aansprakelijkheid te erkennen en daarmee de schade van deze meneer te vergoeden.

Ik kreeg het dossier toegezonden met het verzoek een haalbaarheidsadvies te geven.
Nu is het bij bedrijfsongevallen zo, dat de werkgever bijna altijd aansprakelijk is voor de schade die een werknemer lijdt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden. Deze aansprakelijkheid grenst aan een risicoaansprakelijkheid. De werkgever moet aantonen dat hij er alles (maar dan ook echt alles) aan heeft gedaan om het ongeval te voorkomen. De werkgever in dit geval stelde niet alleen dat hij aan zijn zorgplicht had voldaan, ook stelde hij dat het ongeval mijn klant zijn eigen schuld was. 

Met je handen in een draaiende machine om een stuk karton weg te halen is immers ook vragen om ongelukken, aldus de werkgever.

In de wet staat echter dat de werkgever zich niet kan beroepen op eigen schuld van de  werknemer maar wel als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Daarvan kan –volgens de Hoge Raad – pas sprake kan zijn als een werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval bewust moet zijn geweest van het roekeloze karakter van diens gedraging. Kortom, bijna nooit dus. Ik adviseerde te gaan procederen.

Ik geef mijn klanten altijd het advies op de zitting te komen gekleed in dezelfde kleren die ze normaal ook dragen. Dat had ik deze meneer beter niet kunnen adviseren. Meneer kwam in een morsige trui, een strakke joggingbroek die zijn overhangende buik niet volledig kon omvatten, sportsokken en op badslippers de rechtbank binnen. Omdat vrouwe Justitia geblinddoekt is en ik voor mijn gevoel een goed verhaal had, heb ik er niets van gezegd. Wat kon ik er ook nog aan doen.

 De zitting verliep vervolgens uitstekend. De rechter had zijn huiswerk gedaan en veegde het eigen schuld verweer linea recta in de prullenbak.

Tijdens het kruisverhoor waaraan de rechter vervolgens de werkgever ter zake zijn zorgplicht onderwierp – het spannendste gedeelte van mijn zaak- klonk plots de toen zo bekende Nokia ringtone snerpend door de rechtszaal. Verschrikt keek ik op naar mijn klant die vervolgens naar zijn mobiele telefoon greep. Hij zal hem wel direct uitzetten en zijn excuses maken, dacht ik nog.

Niets was minder waar. Meneer nam de telefoon op en vertelde aan de beller hardop dat hij in de rechtszaal zat en dat zijn zaak heel goed ging. De Kantonrechter werd roder en roder en sommeerde mijn klant luidkeels de zaal onmiddellijk te verlaten als hij niet genegen was direct op te hangen.  Mijn klant koos vervolgens voor het eerste en stiefelde bellend de zaak uit.

Mijn zaak, die ik zo zorgvuldig had opgebouwd en die al bijna had gewonnen was, ging letterlijk als een nachtkaars uit. De rechter stelde de werkgever nog een paar vragen voor de vorm, vertelde dat hij genoeg had gehoord en meldde partijen dat hij over 6 weken vonnis zou wijzen. De sfeer in de zittingszaal was volledig veranderd, mijn euforische gevoel van de nadere overwinning was als sneeuw voor de zon verdwenen.

Ik hoefde 6 weken later niet eens het vonnis te lezen om de uitkomst te weten.

Gratis advies?
Sluiten

Gratis 10 minuten letselschade advies.