Samen

Geplaatst op: februari 11, 2022

Uiteraard schrijf ik zelf mijn Vrijmiblo’s. U had niet anders verwacht. Toch is de blog zoals u die uiteindelijk leest nooit alleen van mij. Ik heb een team van ghostwriters/redacteurs om me heen verzameld. Iedere blog die ik schrijf gaat in concept naar hen toe. Vervolgens komt de blog retour met allerlei correcties, aanpassingen, suggesties en tips. Het uiteindelijke gepubliceerde product is altijd het resultaat van een innige samenwerking.

Zo werkt het ook in mijn praktijk. Deze maand werk ik al weer 15 jaar samen met Dio Medas. Formeel mijn assistent, maar eigenlijk ook ghostwriter, redacteur, administrateur, receptionist, planner en ga zo maar door. Zonder Dio zou Punt Advocatuur geen Punt Advocatuur zijn. Zonder Dio zouden we niet het mooie cijfer van 9,5 op Advocaatscore hebben.

Op de keper beschouwd is overigens de klant ook vaak redacteur/ghostwriter. Het is in elke zaak immers van groot belang dat wat ik schrijf, zeg of produceer overeenkomt met hetgeen de klant voor ogen heeft. Toch laat een recente tuchtrechtelijke uitspraak goed zien dat het ghostwriterschap in de advocatuur zijn grenzen kent. In deze uitspraak van ons tuchtcollege ging het om het volgende:

Een letselschadeadvocaat stond een slachtoffer bij om zijn schade te verhalen na een ongeval. Nadat zijn klant een tweede ongeval kreeg, waarvoor dezelfde advocaat de schade diende te verhalen, vertelde de klant in een gesprek waarbij de advocaat en een vertegenwoordiger van de verzekeraar aanwezig waren dat hij na dat eerste ongeval geen schade had geleden en geen schadeclaim had ingediend. Dat was een leugen en de advocaat wist dat. De advocaat liet de leugen in stand, waarschijnlijk -maar dat blijkt niet uit de uitspraak- met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht.

De Raad van Discipline oordeelde, nadat de leugen aan het licht kwam en de verzekeraar een klacht tegen de advocaat indiende, dat zij begrijpt dat een advocaat niet in een gesprek waarin zijn klant een leugen vertelt (met het oog op de geheimhoudingsplicht) direct zijn klant corrigeert. Maar, zo vervolgde de Raad, de advocaat had zijn klant moeten vertellen dat hij de zaak niet verder zou kunnen doen als de klant niet alsnog de waarheid zou vertellen. Door niets te doen handelde de advocaat in strijd met gedragsregel 8:

“De advocaat dient zich zowel in als buiten rechte te onthouden van het verstrekken van feitelijke informatie waarvan hij weet, althans behoort te weten, dat die onjuist is.”

Ik heb zelf ook eens een liegende klant bijgestaan. Ik werd in die zaak geconfronteerd met video-opnamen van de klant (schilder van beroep) die stelde dat hij volledig arbeidsongeschikt was na een aanrijding. Hij had mij gevraagd zijn inkomensschade te verhalen maar de verzekeraar vertrouwde de zaak niet. Hij was gevolgd door een door de verzekeraar ingeschakelde detective en wat bleek: hij schilderde er nog vrolijk op los. Hij was dagenlang gevolgd en iedere dag stond hij bij klanten te schilderen. Voormelde uitspraak leert me dat als ik die klant zelf had “betrapt” ik de zaak zou moeten neerleggen. Mijn geheimhoudingsplicht verbiedt me immers de opgedane wetenschap te delen met de tegenpartij maar mijn gedragsregels verbieden mij mee te werken aan de leugenachtige poging van dit “slachtoffer” om zijn schade te verhalen.   Geloof me, ik heb de zaak van de liegende schilder direct uit mezelf neergelegd, op basis van mijn  eigen morele kompas. Daar had ik geen gedragsregels voor nodig.

Gratis advies?
Sluiten

Gratis 10 minuten letselschade advies.