Objection!

Geplaatst op: april 29, 2022

Als ik op verjaardagfeestjes mensen vertel wat voor werk ik doe is de reactie al snel. “Oh, advocaat. Dat lijkt me zo leuk. Getuigen ondervragen tot ze zichzelf verraden en iedere keer “Objection, Your  Honor!” roepen”. Ik vertel ze dan dat het er in de Nederlandse rechtbanken – en zeker in mijn soort zaken- een stuk saaier aan toe gaat.

Het klassieke pleiten voor een jury zoals zo vaak gebeurt in series op bijvoorbeeld Netflix en waarbij een (strafrecht)advocaat pleitend uit zijn hoofd een hele jury bekeert, komt in Nederland niet voor. Sterker; het echte pleiten, dus een zitting waarin advocaten eigenlijk alleen maar hun standpunten toelichten en de rechter inactief luistert, komt bijna nooit meer voor.

Tegenwoordig worden zaken al snel behandeld op een comparitie na antwoord waarin de rechter vaak alles behalve inactief is. Ook het pleiten wordt sterk aan banden gelegd en zelfs ontmoedigd. Soms wordt het je toegestaan ‘spreekaantekeningen” voor te lezen maar die mogen dan vooral niet te lang zijn. Stiekem denk ik dat rechters het maar lastig vinden dat ze bij een comparitie de advocaten van partijen eerst het woord moeten geven. De ene rechter laat dat overigens duidelijker blijken dan de  andere.

Recent had ik een weer eens een comparitie. Niet na antwoord maar na dupliek, na het laatste schriftelijke stuk. Corona had een eerdere zitting verhinderd. Uit het tussenvonnis bleek mij wie de rechter was die de zaak behandelde en uit ervaring wist ik dat deze het lastig vindt om te luisteren naar wat de advocaten te zeggen hebben. Ik had mijn klant daar ook op voorbereid. Ik zond hem mijn spreekaantekening op voorhand en vertelde hem ook nog voor de zitting dat mijn ervaring was dat deze rechter partijen wel eens ruw wilde onderbreken tijdens hun spreektijd.

Ook nu gebeurde dat weer.

In een zaak waarin ik vond dat de eisende partij te laat een eiswijziging had doorgevoerd – na dupliek en voorafgaand aan de zitting- wilde ik daar eerst iets over zeggen. Ik wilde mij daartegen verzetten met een beroep op de goede procesorde. Uiteraard had ik mijn huiswerk gedaan en had ik citaten opgeschreven uit uitspraken waarin andere rechters – onder volgens mij gelijke omstandigheden- ook de mening waren toegedaan dat het wijzigen van de eis zo laat in de procedure in strijd was met de goede procesorde. Ik had mijn klant (gelukkig) wel verteld dat de kans dat de eiswijziging niet zou worden toegestaan heel klein was.

Ik was nog niet begonnen met mijn verhaal of werd wreed onderbroken door de rechter die interrumpeerde: “Sinds wanneer mag een partij haar eis niet wijzigen? Dat mag volgens artikel 130 Rv totdat er eindvonnis is gewezen!” Ik vertelde  de rechter dat het te doen gebruikelijk is dat advocaten eerst de gelegenheid krijgen hun standpunten toe te lichten en dat de rechter vervolgens een uitspraak daarover doet. De rechter liet duidelijk non verbaal merken dat hij niet overtuigd wilde worden. Door mij direct te interrumperen en dus als het ware “objection” te roepen had hij zijn standpunt eigenlijk al duidelijk gemaakt.  

Nadat de eerst de rest van de zaak werd besproken tussen partijen en de rechter en een schikking op de gang op niets uitliep, bood de rechter mij zijn excuses aan. Hij had me moeten laten uitspreken, zei hij. Kijk, dat is uiteraard wel leuk – zo’n excuus- maar is wel een beetje mosterd na de maaltijd. Als ik mijn klant niet van te voren had gewaarschuwd voor de grillen van deze rechter en hem niet had verteld dat ons verweer tegen de eiswijziging niet veel kans zou maken had mijn klant – direct na de onderbreking door de rechter- misschien gedacht dat ik mijn vak niet verstond. Nu dacht hij dat wellicht van de rechter.

Gratis advies?
Sluiten

Gratis 10 minuten letselschade advies.