Komkommertijd
Geplaatst op: september 2, 2022
Zomer is komkommertijd en dan lees je de meest onwaarschijnlijke artikelen in de kranten. Zo viel mijn oog deze op dit artikel in de telegraaf. “Advocaat door treinstaking urenlang onderweg naar verkeerde rechtbank, stond in Alkmaar in plaats van Haarlem.” Ik moest gelijk denken aan een zitting bij de rechtbank te Lelystad, of was het Almere? Die vraag stelde ik me toen ook.
Toen was enkele jaren geleden. Ik stond een jonge jongen bij. Hij was tijdens de gymnastiekles op zijn middelbare school uit de ringen gevallen. Bij het ringzwaaien met halve draai glipten zijn handen op het hoogste punt los en kwam hij zeer ongelukkig met zijn hoofd op de gymnastiekvloer terecht. Hij liep blijvend hersenletsel op. De oefening werd uitgevoerd met slecht één kleine mat onder de ringen. Er waren geen matten neergelegd bij de voor- en achterzwaai. De ouders stelden de school aansprakelijk.
Om duidelijkheid te krijgen op de vraag of er meer matten geplaatst moesten worden vond er een deskundigenonderzoek plaats naar de gebruikelijke manier om deze oefening als gymdocent te geven. De deskundige was een docent die zelf lesgaf op de ALO (de Academie voor Lichamelijke Opvoeding). Hij oordeelde in zijn rapport dat de gymdocent niet had gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam gymdocent mocht worden verwacht. De docent had volgens deze deskundige meerdere matten moeten gebruiken of één lange mat. Hij schreef ook dat over de vraag hoeveel matten er bij het ringzwaaien neergelegd diende te worden verschil van inzicht bestond. Er waren -zo gezegd- meerdere scholen. Dat bedoelde de deskundige letterlijk want de ALO in bijvoorbeeld Zwolle dacht daar anders over en weer een andere ALO meende dat je helemaal geen matjes bij ringzwaaien neer moest leggen. Die opmerking was koren op de molen van de verzekeraar die daarom de aansprakelijkheid namens de school afwees.
Ik adviseerde een deelgeschil te starten. Een procedure voor de rechtbank waarbij alleen een antwoord wordt gevraagd op een deelvraag. In dit geval alleen over de aansprakelijkheid. Ik meende dat het oordeel van de gezamenlijk ingeschakelde deskundige doorslaggevend was. De zaak werd aanhangig gemaakt bij de rechtbank Midden Nederland.
Nadat het verzoekschrift was ingediend bepaalde de rechtbank dat de zaak zou worden behandeld door de rechtbank Lelystad. Deze rechtbank kent vier locaties dus het is altijd even afwachten waar de zaak terecht komt. Tijdens deze zitting bleek dat de rechter neigde de kant van de verzekeraar te kiezen en bleek tevens dat de rechter de behoefte had om de deskundige zelf aan de tand te voelen en als getuige te horen. En hoewel getuigenverhoren eigenlijk niet passen in een deelgeschil (dat geschil wordt normaliter na één zitting afgewikkeld) oordeelde de rechter dat er een tweede zitting moest komen.
Nadat de deskundige was opgeroepen om te verschijnen vond de tweede zitting plaats. Ik ging die ochtend in alle vroegte op pad om op tijd in Lelystad aan te komen. Ik twijfelde nog even of ik niet even in het dossier moest kijken om tijd en plaats te checken maar ik wuifde die gedachte weg. Dat had ik beter niet kunnen doen. Aangekomen (ruim op tijd, dat wel) in Lelystad keek de bode me vragend aan toen ik zei dat ik voor de zitting van 10.30 kwam. Er was geen zitting in Lelystad, wel één zitting in Almere, zag de bode op zijn scherm. Een kleine 20 minuten later kon ik gelijk doorlopen naar binnen. Mijn klant en zijn ouders had ik overigens wel even gebeld dat ik wat later was. Tijdens die zitting werd de zaak van mijn client tot ieders tevredenheid geschikt.
Ik heb mijn klanten maar niet verteld dat ik eerst bij de verkeerde rechtbank stond. Stel je voor dat ze een journalist hadden gebeld? Het was tenslotte zomer.